Video portret: Julie Poppe (Beleidsmaker)
Interview door Waldo Galle
Luisteren als sleutel tot verandering

Julie Poppe voelt zich een echte brugfiguur in de transitie naar een circulaire economie. “Ik voel mij ook wel echt zo,” zegt ze. “Degene die probeert de verschillende werelden te verzoenen, te luisteren naar wat de ene te vertellen heeft, zodat de andere daar misschien ook iets mee kan.”
Voor haar begint alles bij luisteren. “Om mensen mee te krijgen in een transitie moet je eerst hun leefwereld begrijpen,” legt ze uit. “Niet meteen beginnen over circulaire economie, maar echt horen waar je kan op aanhaken. Iedereen wil wel impact maken met zijn werk, maar op heel verschillende manieren.”
Van antropologie naar circulaire transitie
Julie combineert twee achtergronden: ze is ingenieur én antropoloog. “Ik heb twee studies gedaan en ik ben ook antropoloog,” vertelt ze. “Ik heb twee jaar veldonderzoek gedaan in andere landen, ben echt gaan wonen en kijken hoe mensen leven. Ik ben dus opgeleid om in de leefwereld van de ander te kruipen, hun taal te leren, hun context te begrijpen.”
Die gevoeligheid zet ze vandaag in om circulaire bouwprojecten op een menselijke manier te begeleiden. Ze probeert niet alleen het technische verhaal te brengen, maar te vertrekken vanuit de motivatie van mensen: “Heel vaak zijn mensen niet te overtuigen met een technisch verhaal. Het gaat over waarom iemand iets doet. Als mensen ergens een link kunnen maken met hun eigen leefwereld – zoals een kinderfiets die je doorgeeft aan je neefje – dan staan ze veel meer open om ook op andere domeinen mee te stappen.”
Luisteren naar bedrijven en burgers
Ook in haar werk met bedrijven ziet Julie het belang van dit luisteren. “Ik merk dat ondernemingen vaak met heel praktische bezorgdheden zitten,” zegt ze. “Soms gaat dat over recuperatie van hout, maar even vaak over een bouwaanvraag die niet goedgekeurd raakt of een laadpaal die niet geplaatst kan worden. Dan merk je hoe politiek, regelgeving en praktijk allemaal door elkaar lopen.”
Ze benoemt dat er soms historische of politieke redenen zijn waarom dingen niet vooruitgaan: “Soms weet je niet waarom er geen opening komt. Dan heeft dat te maken met de historiek of met de politiek die meespeelt. Je moet dat doorzien om niet gefrustreerd te raken.”
De rol van een lokaal bestuur
Julie ziet een belangrijke rol voor lokale besturen als facilitator van samenwerking. “Ik denk dat dat een heel belangrijke rol is,” benadrukt ze. “Niet iedereen ziet dat zo, want het staat niet beschreven hoe een lokaal bestuur moet werken. Vaak wordt gedacht dat we gewoon moeten uitvoeren wat bovenlokaal beslist wordt. Maar om echt een systeem te veranderen moet je die keten samenbrengen – bedrijven, kennisinstellingen, overheden – zodat er ruimte ontstaat voor innovatie.”
Ze wijst erop dat dit faciliteren vaak het eerste is dat wegvalt als budgetten onder druk staan. “Het lukt vooral omdat we met innovatieprojecten bezig zijn en via subsidies werken,” zegt ze. “Maar in de reguliere werking van een lokaal bestuur is dit nog lang niet vanzelfsprekend.”
Geduld en vergevingsgezindheid
Een rode draad in haar verhaal is geduld. “Je moet kunnen aanvaarden dat het nog geen common practice is,” zegt Julie. “Anders hou je het niet vol. De voldoening moet zitten in kleine stapjes vooruit. Soms komt iets via een heel onverwachte weg terug binnen.”
Ze ziet ook vergevingsgezindheid als essentieel: “Iedereen werkt binnen zijn eigen context, met beperkte tijd en middelen. Het is niet persoonlijk als iemand niet wil meewerken, het is omdat hij of zij vanuit een ander systeem opereert. Dat besef helpt om niet gefrustreerd te raken.”
Zelf is ze geduldiger geworden door de jaren heen. “Ik merk dat nu ook aan mijn jongere collega’s,” zegt ze. “Ik zeg vaak: het is niet erg dat het nu nog niet lukt. Dat komt wel. Twee stappen vooruit en drie achteruit, dat is normaal.”
De kracht van het team
Tot slot benadrukt Julie het belang van een team. “Het helpt enorm om dit samen te doen,” zegt ze. “Je ziet dezelfde dynamieken terugkeren in verschillende projecten, en dan kan je elkaar geruststellen: dit is normaal. Soms kan iemand anders het gesprek een keer voeren. Dat is een enorme meerwaarde.”