Bouwproject: Tuin Van Padua

Het nieuwe Tuingebouw, dat een aantal wooneenheden bundelt, is opgetrokken in houtskeletbouw en kalkhennep. De vloer van de tussenverdieping van het Tuingebouw tussen duplexen en penthouse is een ‘bunkerfloor’: een prefab tussenvloer in houtskelet, opgebouwd met een brandwerende plaat onderaan waarop kiezels liggen die mee zorgen voor de nodige massa om het geheel akoestisch te isoleren. Daarop ligt cellulose-isolatie, bovenaan afgesloten met OSB-platen. Op de structuur liggen rubberblokjes, die opnieuw voor de geluidsisolatie instaan t.o.v. de OSB-platen bovenaan de bunkerfloor. (Bron: Bouwunie)

De wooneenheid van Hilde werd casco opgeleverd. Ze wenste haar vloer zelf te plaatsen, maximaal gebruik makend van lokale en natuurlijke materialen en met mogelijkheid tot demontage. Het vloerpakket diende aan de volgende vereisten te voldoen:

• beperkt vloergewicht: totale vloeropbouw boven roostering maximaal 170 kg/m2
• totale dikte bedraagt 9 cm
• warmtegeleiding gelijkaardig aan klassieke chape opbouw
• houten vloerbedekking (massief eik lamel op kant parket)

Voor de uitwerking van het pakket werden de juiste partners gezocht.

In een detailontwerpsessie met een bevriende architect werd gezocht naar de meest geschikte vloeropbouw. Er werd uitgegaan van (een combinatie van) grondmengsels waarbij de korrelgroottes invloed hebben op zowel het gewicht als de warmtegeleidbaarheid. Initieel werd overwogen om te werken met een zandlaag boven op de bunkerfloor. Uiteindelijk werd gekozen voor een laag in aardevochtige leem. Hierbij was het niet noodzakelijk om een extra doek toe te voegen op de houtconstructie.

Om zoveel mogelijk bouwactoren te kunnen bereiken, werd een Linkedin groep aangemaakt: “Circulaire Bouwdetails”. Er werden actief mensen uit het netwerk van de betrokken bouwpartners uitgenodigd. Daarnaast werd een specifieke oproep naar leveranciers en aannemers gelanceerd.
In oktober werd het voorkeurdetail uit de detailontwerpsessie in de LinkedIn groep gepost en kregen de groepsleden de kans om hierover hun bezorgdheden en suggesties te delen.  

Voor al deze bezorgdheden werd een voldoende antwoord gevonden door de bouwheer en detailarchitect. 

Aanwezigen: Hilde Vanwildemeersch (Woonder), Stijn Poelmans (SABEL), BAST architecten, COMAP, Facq

Na plaatsing van het vloerpakket werd een online reflectiemoment georganiseerd met de betrokken partijen.

Sterktes:
Leem:

• De leemlaag heeft een goede densiteit en kleefkracht. 
• De warmtegeleiding zit rond de 1,7. Dit is gelijkaardig aan beton.
• Itt natte vloeropbouw met chape is er bij deze oplossing geen risico tot scheurvorming

Vloerverwarmingsbuizen:

• De vloerverwarmingsbuizen liggen dicht tegen het oppervlak. Dit is voordelig ifv de reactiesnelheid.

Aandachtspunten:
Leem:

• De leemlaag is aardevochtig te plaatsen wat aanzienlijk kortere droogtijd heeft.
• De leem werd aangestampt en het laatste relief werd weggewerkt met fijn straalzand.

Vloerverwarmingsbuizen:

• De clipprofielen waarmee de vloerverwarmingsbuizen op het lattenwerk worden bevestigd dienen extra aandacht.

Optimalisatiemogelijkheden:

Leem:

• De aardevochtige leem kan nog worden aangedrukt. Hoe hard deze moet worden aangedrukt (zonder compressie of luchtholte) dient te worden onderzocht.

Koelingsvermogen:

• Voor vloerverwarmingssystemen start alles met de berekening van de warmteverliezen en de warmtedoorslag en het bijhorend verwarmings- en koelingsvermogen. Deze berekeningen gebeuren met een programma “heat-box” waarin hout, lava en leem (nog) niet mee opgenomen zit. 
• Voor koeling dienen de buizen dichter bij elkaar en dichter bij de vloerafwerking te liggen

Vloerverwarmingsbuizen:

• De metalen clipprofielen (tacker bevestigingssysteem) zouden in principe de buizen kunnen schaden als deze bewegen door uitzetting en krimp. Kunststof klemmen of metalen klemmen met rubber inleg zijn mogelijks betere alternatieven.

Conclusie: het principe van het circulaire bouwdetail werd goedgekeurd. Verdere opvolging is noodzakelijk, zowel aan de hand van theoretische berekeningen als praktische metingen.